Schokbestendigheid: Samenvatting
- De middelen van huishoudens nemen trendmatig toe of zijn groot vergeleken met andere EU-landen.
- De relatieve omvang van kwetsbare groepen neemt af.
- De Nederlandse samenleving wordt gekenmerkt door groot vertrouwen enerzijds en haarscheurtjes in de sociale samenhang anderzijds.
De middelen van huishoudens nemen trendmatig toe of zijn groot vergeleken met andere EU-landen. De enige uitzondering hierop is de ervaren gezondheid. Deze is stabiel en niet hoog of laag vergeleken met andere EU-landen. In het geval van een schok hebben huishoudens een betere uitgangspositie om in hun levensonderhoud te voorzien dan eerdere jaren of dan huishoudens in andere landen. De relatieve omvang van kwetsbare groepen (geen startkwalificatie, werklozen, arme zzp-ers en mensen met gezondheidsproblemen), die de gevolgen van een schok als eerste voelen, neemt trendmatig af.
De Nederlandse samenleving wordt gekenmerkt door groot vertrouwen enerzijds en haarscheurtjes in de sociale samenhang anderzijds. Het vertrouwen in andere mensen neemt toe en was in 2023 het op-een-na-hoogste van 19 landen in de EU. Het vertrouwen in instituties is eveneens relatief hoog. Daar staat tegenover dat sociale cohesie in de woonbuurt in de meest recente jaren (tussen 2021 en 2023) iets is gedaald. De groep mensen die zich in 2023 gediscrimineerd voelt is relatief groot vergeleken met andere landen in de EU.
Het eigen vermogen van een bank en het risico dat deze loopt met de uitstaande leningen geeft een indicatie of banken voldoende bestand zijn tegen een langdurige periode van lage groei, hoge rentetarieven en hoge inflatie. Nederland staat met 16,5 procent eigen vermogen ten opzichte van het totale risico niet laag op de ranglijst, maar 20e van de 27 landen is beneden het gemiddelde. De slagkracht van de overheid neemt af. De overheidsschuld daalde weliswaar naar 43,3 procent van het bbp in 2024 maar de effectiviteit van overheidsbestuur en de rechtsorde nemen trendmatig af.
Nederland was in 2024 voor 68,9 procent van het energieverbruik afhankelijk van de invoer van energiebronnen uit andere landen. Het aandeel van hernieuwbare energie in het totale energieverbruik is sterk gegroeid (van 6,5 procent in 2017 naar 17,4 procent in 2023). De afhankelijkheid van energie-invoer neemt niet langer trendmatig toe maar is gestabiliseerd. De export draagt meer dan een derde bij aan het bruto binnenlands product (35,2 procent in 2023).